Regelgeving strenger, strikter afgelijnd en overkoepelend voor gehele levensduur gebouw
De ‘Corporate Sustainability Reporting Directive’ (CSRD) – door het Europees parlement gestemd op 10 november 2022 - zal vanaf 2024 voor steeds meer bedrijven verplicht worden naast de gebruikelijke financiële rapportering. Wanneer een organisatie verplicht wordt tot duurzaamheidsrapportering (CSRD) moet dat gebeuren volgens de ‘European Sustainability Reporting Standards’ (ESRS). Vanaf 1 januari 2024 zijn bedrijven betroffen die op een lijst staan van organisaties die onder de NFRD (Non-Financial Reporting Directive) regelgeving vallen. In principe gaat het over bedrijven met een netto-omzet van meer dan € 40 miljoen; een gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar van meer dan 250 (tevens verplichte rapportage over het diversiteitsbeleid), respectievelijk meer dan 500 (de overige niet-financiële rapportage). Dat alles gaat onvermijdelijk gepaard met extra kosten en workload. De bouwsector verwacht een grote invloed van deze regelgeving.
Zware investeringen nodig
In Europa is de bouwsector goed voor 25 miljoen jobs, ondergebracht bij 5,3 miljoen bedrijven. De sector wordt 37,5% (2020) aandeel in ons afval aangerekend. En het is ruimschoots bekend dat gebouwen 40% aandeel nemen in het totale energieverbruik.
Het Europees vastgoedpatrimonium telt 220 miljoen gebouwen die dateren van voor 2001. Dat maakt 275 miljard euro/jaar aan investeringen nodig om ze te renoveren volgens wat de European Green Deal voorschrijft. Vanaf nu moet jaarlijks 3% van alle bestaande publieke gebouwen worden aangepakt om de European Green Deal te realiseren.
Groen en digitaal
In het kader van de European Green Deal wordt de wetgeving m.b.t. bouwmaterialen herschreven. Productgegevens moeten nauwkeuriger en uniform worden vastgelegd in een productpaspoort. Voor elk bouwmateriaal moet de CO2-voetafdruk gedocumenteerd worden. Beton is het eerste bouwmateriaal dat hieraan moet voldoen, gevolgd door staal.
De productpaspoorten van de toegepaste materialen in een gebouw moeten toelaten de totale uitstoot te berekenen over de volledige levenscyclus, t.t.z. de productie van de materialen, de eigenlijke bouwfase, het gebruik tot de afbraak, met recyclage/hergebruik of einde als afval.
De EU-regelgeving voorziet ook in een luik rond afbraak en daaruit voortvloeiend afval.
Momenteel geeft 70% van de bouwbedrijven aan circulariteit in te sluiten in hun activiteiten, maar slechts 38% heeft daarvoor aangepaste procedures.
Investeerders en projectontwikkelaars
Projectontwikkeling focuste lange tijd op ‘locatie’. Vandaag draait alles rond wetgeving, wat het alsmaar duurder maakt. Uit de hoek van projectontwikkelaars klinkt het dat de European Green Deal verstikkend werkt, niet alleen omdat het duurder wordt, maar omdat de wetgeving niet zelden strenger wordt in de loop van de realisatie van een project, wat de calculatie onderuithaalt en steeds moeilijk valt door te rekenen.
In België zou het ESG-compatibel maken van bouwbedrijven hen jaarlijks 3% van hun omzet kosten. Slechts 60% van de bouwbedrijven kan zich dit veroorloven; 20% kan dat helemaal niet en dreigt dus niet te kunnen overleven. Deze situatie laat zich ook kopiëren op de projectontwikkelaars.
In het verleden al zagen we dat industrieën verdwenen in Europa – vb. zonnepanelen nu voor 85% uit China – en hetzelfde dreigt te gebeuren met andere bouw gerelateerde industrieën door de European Green Deal. De opgelegde regelgeving moet voor allen gelijk zijn en niet alleen worden afgedwongen van Europese producenten van bouwproducten en/of bouwbedrijven.
Omgekeerd effect
Vandaag bevriest de residentiële markt, klonk het op Realty omdat eindgebruikers het moeilijk krijgen de onder druk van de (klimaat)regelgeving alsmaar duurdere woningen te financieren. Het bevriezen van de markt leidt tot een vertraging tot zelfs blokkering van de noodzakelijke en opgelegde verbetering van de energieprestaties van bestaande gebouwen.
Daarenboven is er een sterke waardevermindering van gebouwen met slechte energieprestaties – zowel residentieel als kantoorgebouwen – wat ook niet helpt om investeringen in renovatie aan te zwengelen.