Aparte facility-afdeling als nieuwe standaard voor lokale besturen

De fusiegemeente Merelbeke-Melle telt zo’n 37.000 inwoners en beschikt over een patrimonium van 85 onderhoudsintensieve gebouwen. De strategische aanpak van het facilitaire luik is in handen van Giovanni Michiels, amper 29, maar al met een indrukwekkend traject achter de rug. “Met onze nieuwe afdeling zetten we facility management op de kaart bij lokale overheden”, stelt het jonge afdelingshoofd.

Elke
Lamens

Merelbeke en Melle zijn sinds 1 januari van dit jaar officieel één fusiegemeente, maar werd al geruime tijd voorbereid. “Tijdens het transitietraject werd strategisch gekozen om een aparte facility-afdeling op te richten. We bouwen een volledige structuur vanaf nul op”, duidt Michiels. Hij kwam al in september 2023 in dienst bij Melle en leidt nu de afdeling facility in de fusiegemeente. Michiels studeerde Facility Management aan de Odisee Hogeschool in Gent en behaalde nog twee masterdiploma’s. Zijn loopbaan startte als stafmedewerker en projectmanager bij de vzw Vokans (Vormings- en OpleidingsKANSen). “Door die ervaring geloof ik sterk in coachend management.” De afdeling facility telt drie grote takken. ‘Bouwprojecten’ ontfermt zich over alles rond (ver)bouwprojecten en infrastructuurontwikkeling. De operationele werking draait binnen de dienst ‘Facilitair Beheer’ rond schoonmaak, voorraad- en gebouwenbeheer, kleine catering en vlootbeheer. Het beheer van verzekeringen, concessies, erfpachten, contracten en overheidsopdrachten zit ten slotte bij de dienst ‘Contractbeheer’. “Zo dekken we de volledige lading van facility management binnen één afdeling. Dat is voor een gemeente uniek én ambitieus.” Michiels werkt enerzijds aan de verhuizing binnen de fusiegemeente. “We brengen tegen eind juni alle diensten op één locatie samen om efficiënt te werken. We houden rekening met infrastructuur, welzijn, ruimtegebruik en budget.” Anderzijds buigt hij zich over een strategisch vastgoed- en huisvestingsplan. “We analyseren ons volledige patrimonium grondig: welke gebouwen behouden we, renoveren we of stoten we af in het kader van de klimaat- en energieverplichtingen 2045. Deze plannen monden uit in de meerjarenbegroting 2026–2031. We leggen nu de fundamenten, maar gebouwen hangen nu eenmaal niet vast aan verkiezingstermijnen.”

giovanni michiels
Giovanni Michiels, Afdelingshoofd Facility Merelbeke-Melle: "De ervaringen en contacten van bedrijfsleiders in de privésector zijn absoluut waardevol voor de openbare sector"

Publieke sector en belfa
Michiels is duidelijk: “Elke gemeente beheert een complex patrimonium , van zwembaden en gemeentehuizen tot scholen en ontmoetingscentra. Je kan dat niet blijven aanpakken met ad-hocoplossingen. Een volwaardige facility-afdeling is geen luxe meer, maar een noodzaak.” Hij hoopt dat meer gemeenten die stap zetten. “Je creëert slagkracht, overzicht, en strategische wendbaarheid om als als lokaal bestuur te voldoen aan de duurzaamheids- en digitaliseringsverplichtingen van morgen. Echter, facility management heeft nog niet altijd voldoende draagvlak bij de overheid. In het verleden was dat vaak versnipperd. Merelbeke had geen aparte afdeling, Melle wel. Met de fusie is facility geprofessionaliseerd en op strategisch niveau getild. En dat werkt: er ontstaat meer bewustzijn bij het beleid over het belang van professioneel gebouwbeheer.”
“Bij overheden verloopt de besluitvorming dan misschien trager, maar we kunnen leren van de nieuwste technologieën uitgetest op de markt. Het lidmaatschap van belfa (Belgian Facility Association) is daarin een belangrijke bron van kennis. De ervaringen en contacten van bedrijfsleiders in de privésector zijn absoluut waardevol voor de openbare sector”, benadrukt hij. Michiels is al sinds 2013 actief bij belfa. Hij stond mee aan de wieg van de jongerenwerking Young belfa. “We misten als jonge professionals een netwerk. Dus bouwden we dat zelf uit. Vier jaar lang organiseerden we evenementen en webinars om jonge facility managers samen te brengen. Het is aan jonge professionals, met frisse ideeën en een breed netwerk, om die transitie ook bij de gemeenten mee vorm te geven. Daar wil ik me elke dag opnieuw voor inzetten.”